# #
Homepage > Thema's > Kinderen in gezinnen > Onderwijs

Onderwijs

Inhoud van deze pagina:

Recht op onderwijs

Recht op inschrijving

De leerplicht

Specifiek onderwijs voor minderjarige vreemdelingen ("anderstalige nieuwkomers")

De school is een belangrijke levensruimte voor de minderjarige vreemdeling. Het is een plaats van opleiding maar ook van socialisering, dat met name de mogelijkheid biedt om één van de landstalen aan te leren of gewoon een poosje met jongeren van dezelfde leeftijd samen te zijn.

Recht op onderwijs

Het recht op onderwijs is een fundamenteel recht van ieder kind. Het wordt door verschillende internationale teksten erkend: de Universele verklaring van de Rechten van de Mens, het aanvullend Protocol bij het Europese verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind.

Op nationaal vlak wordt dit recht erkend door artikel 24, § 3 1ste lid van de Belgische Grondwet dat beschikt:

"Iedereen heeft recht op het onderwijs met eerbiediging van de fundamentele vrijheden en rechten" 

Recht op inschrijving

Het recht op inschrijving in een school is het logische gevolg van het recht op onderwijs. 

De Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap erkennen uitdrukkelijk dit fundamentele recht aan alle kinderen die zich op het Belgisch grondgebied bevinden, op grond van de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie. 

In de Franse Gemeenschap wordt het recht op inschrijving voor minderjarige vreemdelingen, uitdrukkelijk erkend door het 'positieve discriminatie' besluit van 30 juni 1998. Dit besluit bepaalt in zijn artikel 40 dat:

"minderjarigen die illegaal op het grondgebied verblijven, voor zover zij begeleid zijn door hun ouders of een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, worden in de onderwijsinstellingen toegelaten" 

In de Vlaamse Gemeenschap wordt het recht op inschrijving van de minderjarige vreemdeling erkend door de omzendbrief van 24 februari 2003 van de Vlaamse minister van Onderwijs betreffende het recht op onderwijs voor minderjarigen zonder verblijfsdocument, dat bepaalt dat

"Alle kinderen die op het Belgisch grondgebied verblijven, hebben recht op onderwijs. (…). Een inschrijving kan niet geweigerd worden op grond van de loutere vaststelling dat het verblijfsstatuut van de kandidaat-leerling of zijn ouders niet in orde is. (…) Indien bij een inschrijving de bewijsstukken die de identiteit van de jongere aantonen, niet kunnen geleverd worden en er evenmin een inschrijving is in één van de registers hierboven vermeld, dan kan een inschrijving alsnog plaatsvinden. Voorwaarde is wel dat het kind op het ogenblik dat het wordt ingeschreven, effectief aanwezig is. Dit om fictieve inschrijvingen te vermijden."

Kortom, het ontbreken van verblijf- of identiteitsdocumenten mag zowel in de onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschap als van de Vlaamse Gemeenschap het recht op onderwijs van een leerplichtig kind niet in de weg staan. Ook wanneer het kind in een gesloten centrum aan de grens verblijft (zie 'Detentie'). De inschrijvingsaanvraag van deze minderjarigen wordt dus geregistreerd zoals deze van de andere leerlingen. 

De leerplicht

Naleving van de leerplicht ligt bij de ouders, de personen met ouderlijk gezag of die de minderjarige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben.
 
De wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht bepaalt dat de kinderen leerplicht hebben tot de leeftijd van 18. Dit betreft zowel Belgische als buitenlandse kinderen. De periode van de leerplicht vangt aan met het schooljaar dat begint in het kalenderjaar waarin het kind 6 jaar wordt. Als de verjaardag van het kind tussen 1 september en 31 december valt, begint de leerplicht voordat het 6 jaar is. Ze eindigt op het eind van het schooljaar waarin het kind achttien jaar wordt of ten laatste de dag vóór zijn 18e verjaardag. 

Wanneer de jongere de leeftijd van 18 heeft bereikt, stopt de leerplicht. Dit wil niet zeggen dat zijn recht op inschrijving in een onderwijsinstelling en zijn recht op onderwijs hiermee ophouden. Iedere vreemdeling die zich op het Belgische grondgebied bevindt, geniet de bescherming verleent aan personen en goederen, behalve indien anders bepaald door de wet. De wet maakt geen uitzondering betreffende recht op onderwijs. 

De wet van 29 juni 1983 voorziet dat

"de minderjarige van vreemde nationaliteit die immigreert samen met de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen, of hem in rechte of in feite onder hun bewaring hebben, is pas leerplichtig vanaf de zestigste dag na de inschrijving van voornoemde personen in het vreemdelingen- of in het bevolkingsregister van de gemeente van hun verblijfplaats"

Specifiek onderwijs voor minderjarige vreemdelingen (« anderstalige nieuwkomers »)

Om de toepassing van het fundamentele recht op onderwijs te vergemakkelijken, hebben de Franse en de Vlaamse Gemeenschappen bijzondere bepalingen goed gekeurd om het onderwijs aan te passen aan de specifieke behoeften van de anderstalige nieuwkomers door ze de mogelijkheid te bieden zich aan te passen aan een schoolsysteem dat zij niet kennen en gegeven in een taal die zij niet spreken. 

Voor de minderjarige vreemdelingen die in België aankomen, bestaat er een specifiek onderwijs dat ze de mogelijkheid biedt om regelmatig en met succes de schoolgang te volgen in het gewone onderwijs, de OKAN-klassen.

Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het basis onderwijs is bepaald door de omzendbrief van 30 juni 2006 (ref. BaO/2006/03) en in het secundair onderwijs door het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002.

Het onthaalonderwijs heeft als hoofddoel om leerlingen die geen Nederlands spreken en die sinds kort in België zijn, in de gelegenheid te stellen om zo snel mogelijk Nederlands te leren en ze te integreren in het onderwijsniveau of het soort onderwijs dat het best past bij hun persoonlijke bekwaamheid. Het onthaalonderwijs omvat eerst een onthaalklas met een programma dat zich voornamelijk richt op het leren van de Nederlandse taal.

Iedere anderstalige nieuwkomer die op regelmatige wijze het onderwijs van de onthaalklas heeft gevolgd, ontvangt op het eind van het schooljaar, een attest dat hij als regelmatige leerling het onthaalonderwijs heeft gevolgd. Na dit jaar onthaalonderwijs wordt de anderstalige nieuwkomer opgenomen in het gewone onderwijs. Hij zal echter kunnen blijven genieten van de begeleiding van de onthaalklas. De leraren van het gewone onderwijs worden gecoacht door de leraren van de onthaalklas.

Een anderstalige nieuwkomer is een leerling die bij de start van het secundair onderwijs gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet:

  1. Uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar minstens 12 jaar zijn;
  2. Een nieuwkomer zijn, dat wil zeggen maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven;
  3. Niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben;
  4. Onvoldoende de onderwijstaal beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;
  5. Maximaal negen maanden ingeschreven zijn (vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen) in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal;

De onderwijsinstellingen van het secundair onderwijs die beschikken over onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers, staan vermeld op www.ond.vlaanderen.be

In de Franstalige Gemeenscgap zijn er DASPA (Dispositif d'Accueil et de Scolarisation des élèves Primo-Arrivants) opgericht. De doelstellingen van de DASPA zijn:

  • Het onthaal, de oriëntatie en de optimale inschakeling van nieuwkomers in het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap;
  • Een school- en pedagogische begeleiding voorstellen die aangepast is aan de leerprofielen van de nieuwkomers, inzonderheid de moeilijkheden in verband met de onderwijstaal en de schoolcultuur;
  • Een overgangsscholarisatie met een beperkte duur voorstellen, overeenkomstig artikel 9 van dit decreet, vóór de scholarisatie in een niveauklas.

Alle niewkomers hebben recht op toegang tot de DASPA. Een nieuwkomer is een de leerling, die op de datum van zijn inschrijving voor een door de Franstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde inrichting voor gewoon lager of secundair onderwijs voldoet aan alle volgende voorwaarden :

  • ten minste twee en een half jaar en minder dan 18 jaar oud zijn;
    • ofwel een aanvraag om erkenning als vluchteling hebben ingediend ofwel als vluchteling erkend zijn overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
    • ofwel minderjarig zijn, vergezeld door een persoon die een aanvraag heeft ingediend om als vluchteling te worden erkend of die als vluchteling erkend is overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
    • ofwel onderdaan zijn van een land dat ontwikkelingssteun krijgt van de Commissie voor Ontwikkelingssteun van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;
    • ofwel als staatloos erkend zijn;
  • sedert minder dan één jaar op het nationale grondgebied verblijven.

Ook kinderen die niet onder de definitie van nieuwkomer vallen kunnen toegang krijgen tot DASPA onder de volgende voorwaarden:

  1. minder dan 18 jaar oud zijn;
  2. ofwel de buitenlandse nationaliteit hebben of de Belgische nationaliteit hebben gekregen als gevolg van hun adoptie, ofwel als staatloos erkend zijn;
  3. het door de Franstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs sedert minder dan een volledig schooljaar volgen;
  4. de onderwijstaal niet voldoende kennen om zich in de activiteiten van hun klas met succes te kunnen inschakelen;
  5. ten minste één van beide ouders of één van de personen onder wier hoede hij staat, heeft niet de Belgische nationaliteit, behalve in geval van adoptie.